Dit is Eva Granaada

Eva Granaada

Op het eerste gezicht is dit een foto van zomaar een jonge vrouw met een fles water op een braakliggend terrein. Echter, deze foto staat in Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom (1940-1945) van Jacques Presser, het standaardwerk over de Jodenvervolging in Nederland. De vrouw draagt een Jodenster. Rechts op de foto meer mensen, in dezelfde richting op weg. Links op de foto een man in een zwart uniform die aanwijzingen staat te geven.

De foto is onderdeel van een serie van zesentwintig foto’s, gemaakt op 26 mei 1943 voor het tijdschrift Storm, het weekblad van de Germaanse SS in Nederland. In Ondergang staat de serie afgedrukt in het eerste deel tussen de pagina’s 368 en 369 (achtste oplaag april 1985). Presser vermeldt geen fotograaf.
De serie toont Amsterdamse Joden die na de razzia van die ochtend in de Jodenbuurt in het centrum, zijn samengebracht op een terrein aan de Polderweg bij het Muiderpoortstation in Amsterdam. Drieduizend mensen zijn in die buurt opgepakt, anderen zijn zelf naar het verzamelpunt gegaan. We zien honderden mensen, in een ogenschijnlijk gemoedelijke sfeer, sommigen keuvelend, anderen zitten te eten of drinken wat. Sommigen staren voor zich uit of kijken naar medelotgenoten.
Presser schrijft: ‘Na urenlang wachten verscheen de speciale trein die de opgepakten naar Westerbork bracht.’
In het blad Storm werd een aantal foto’s afgedrukt ‘… met een honend artikel dat eindigde met de zin: “Het afscheid is ons niet zwaar gevallen.”’

Foto
De foto van de jonge vrouw hield mij bezig. Telkens als ik verder las in Ondergang keek ik even naar de foto. Wie was zij? Wat is er van haar geworden?
Waarom nam de fotograaf juist een foto van haar? Vragen waarop ik waarschijnlijk nooit antwoord zal krijgen.

Enkele maanden later ben ik bezig op internet illustraties te zoeken voor een artikel over de oorlogsbelevenissen van een Joodse journalist uit Leeuwarden. Heel toevallig stuit ik op dezelfde foto van de jonge vrouw uit het boek van Presser, afgedrukt in het boek Site of Deportation, Site of Memory: The Amsterdam Hollandsche Schouwburg and the Holocaust, edited by Frank van Vree, Hetty Berg and David Duindam. De foto heeft een onderschrift:
‘Eva Granaada, nurse at the Dutch Israelite hospital, Amsterdam 25 mei 1943. Some of her patients had been arrested earlier that day in Amsterdam. Eva, 27 years old and single, decided to stay with them, effectively volunteering for deportation. She was deported to Westerbork and, three months later, on 31 August, to Auschwitz. She was gassed immediately upon arrival on September 3.’
Verder wordt ze in het boek niet genoemd.

Dat geeft me iets meer informatie. Een naam en een beroep. Ze heet Eva Granaada en is verpleegster. Met de fles water die ze op de foto in haar hand houdt heeft ze waarschijnlijk verlichting gebracht bij haar patiënten die zaten te wachten op het terrein bij de Polderweg. Wanneer ik haar naam intyp op de site van Joods Monument krijg ik de tekst: ‘This person lived alone or no information about family members is known or traceable.’
Verder geen informatie.

Persoonskaart
In mijn onderzoek naar een Joodse journalist uit Leeuwarden op de site van het Historisch Centrum Leeuwarden, ontdek ik dat hij is opgegroeid in de Jodenbuurt van die stad. Ik ken de straatjes in die wijk, want ik ben in Leeuwarden geboren en opgegroeid. Hij is geboren in de Slotmakersstraat, een smalle straat die leidt naar het hart van de wijk, een pleintje met de naam Bij de Put.
Toevallig valt mijn oog op een artikel over Joodse bakkers in Leeuwarden, ooit verschenen in het populaire lokale historische tijdschrift ‘t Kleine Krantsje. Genoemd wordt een bakker Granaada in de Slotmakersstraat 10, Louis Granaada (1882-1943), getrouwd met Anne van der Hoek (1879-1942). Hij drijft de zaak met zijn zoon Barend Louis Granaada (1910-1943). Dan staat er: ‘Barend Louis had ook nog een zuster, Eva (1915) die in 1942 als onderwijzeres verhuisde naar Amsterdam.’ De Joodse journalist naar wie ik onderzoek doe, woonde slechts twee huizen verderop, zo blijkt. Het kan niet anders of ze moeten elkaar gekend hebben.

Drie vriendinnen poseren in 1934 midden op Bij de Put in Leeuwarden: Greta Cohen (1908-1943), twee jaar later getrouwd met Barend Louis Granaada (1910-1943), broer van Eva, Eva Wijnberg, waarschijnlijk een nicht van Eva en Eva Granaada. Op de achtergrond de Grote of Jacobijner Kerk.

Eva Granaada, Amsterdam. Haar persoonskaart in het Stadsarchief Amsterdam is makkelijk te vinden. Ze is geboren op 15 augustus 1915 in Amsterdam, dochter van Louis Granaada en Martha Wijnberg. Beroep verpleegster. Ook vind ik de huwelijksakte van haar ouders. Het beroep van Louis Granaada is banketbakker, woonadres Waterlooplein 33, Amsterdam.
Vanaf 1917 staat het gezin in Leeuwarden ingeschreven. In 1941 hertrouwde Louis Granaada met Anne van de Hoek, zo blijkt uit gegevens van het Historisch Centrum Leeuwarden. Moeder Martha Wijnberg is overleden op 8 april 1940. Dochter Eva is op 6 augustus 1935 verhuisd naar Rotterdam. Dat klopt met de gegevens op de kaart in Amsterdam. In februari 1940 verhuist ze dan van de Schietbaanlaan 42 Rotterdam naar de Nieuwe Keizersgracht 50hs te Amsterdam. Vanaf 19 maart 1940 woont ze op nummer 110 op dezelfde gracht, om dan vanaf april 1940 weer enige tijd in Leeuwarden te verblijven: Tjerk Hiddesstraat 49. Dan vertrekt ze weer naar Amsterdam. Vanaf augustus 1942 woont ze in de Nieuwe Kerkstraat 135. De persoonskaart vermeldt ook nog: Eva Granaada, overleden op 3 september 1943, Oswiecim. Zakelijker kan het eigenlijk niet.
De informatie die ik over haar gevonden heb, plaats ik als aanvulling op de site Joods Monument.

Foto
Een paar weken geleden besluit ik nog eens te kijken op Joods Monument. Wellicht heeft iemand inmiddels aanvullende informatie toegevoegd. Ja, inderdaad, een correctie op de door mij geleverde informatie. Maar ook is een bijzondere foto geplaatst. Drie vriendinnen poseren in 1934 midden op Bij de Put in Leeuwarden: Greta Cohen (1908-1943), twee jaar later getrouwd met Barend Louis Granaada (1910-1943), broer van Eva, Eva Wijnberg, waarschijnlijk een nicht van Eva, en Eva Granaada. Op de achtergrond de Grote of Jacobijner Kerk. Barend Louis Granaada en Greta Cohen krijgen twee kinderen, Martha (1937-1942) en Hartog Louis (1942-1943).

In 1940 bestond de Joodse gemeenschap in Leeuwarden uit 665 zielen. Na de bevrijding keerden 115 van hen terug uit de onderduik. Acht Joodse Leeuwarders kwamen terug uit de kampen. Van de Granaada’s uit de Slotmakersstraat keerde niemand terug.
Ik weet nog lang niet alles over Eva Granaada. Maar de foto met de jonge vrouw met de fles water bekijk ik nu met andere ogen.

Bookmark and Share

Chomsky: COVID-19 Has Exposed The US Under Trump As A “Failed State”

Noam Chomsky

The label “failed state” has started to fit the U.S. like a glove as the COVID-19 national health crisis continues to reveal the structural flaws and weaknesses of the United States, argues worldrenowned public intellectual Noam Chomsky in this exclusive interview for Truthout. Meanwhile, the Trump administration continues to exact a high price in human lives due to its caricaturish but highly dangerousresponse to the crisis. In the interview that follows, Chomsky also analyzes what’s behind Trump’s encouragement of the “anti-lockdown” protests, discusses the right-wing determination to destroy the U.S.Postal Service, and lays out his views on the electorallesser of two evils” principle.

C.J. Polychroniou: Noam, it is widely accepted by now that the U.S. coronavirus response not only was delayed, but remains mired in contradictions as Trump battles with scientists over policy. Moreover, the country as a whole was shown to be completely unprepared for a major health crisis. Are we talking here not simply of an incompetent administration but also of a failed state?

Noam Chomsky: Fifteen years ago, I wrote a book called Failed States, a common locution in the day, referring to states that are incapable of meeting the needs of citizens, in the most important case because of deep policy choices, and are a danger not only to their own citizens but the world. The prime example was the United States. Extensive evidence was reviewed. That’s not of course the intended use of the phrase in the doctrinal system, just as “rogue state” means some enemy, not ourselves, the prime example.

I still stand by that judgment, which was not mine alone. A few years later, a Gallup/WIN international poll found that the U.S. is regarded as the greatest threat to world peace, no one else even close. And the severe threats of government policy to the domestic population, already quite apparent when the book appeared, became much clearer a year later when the housing bubble burst and the financial crisis ensued — along with Obama’s response: bail out the perpetrators, who became richer and more powerful than before, and forget about the congressional legislation that called for some help to the many who had lost their homes in corporate scams facilitated by the Clinton-Rubin-Summers deregulation extravaganza, extending the neoliberal assault on the population that took off under Reagan.

That’s a large part of the background for what finally brought us the Trump malignancy — which may, quite literally, doom human society on Earth. We’ve discussed elsewhere why this is no exaggeration. I hope that the basic facts and their dread import are well understood, and won’t review them here.

Trump has indeed hit America with a hammer blow — and much of the world as well, a matter we should not overlook. Just keeping to the current COVID-19 crisis, it is remarkable to see how little attention has been given to his sadistic assault against poor and suffering people around the world in pursuit of his goal of enhancing his electoral prospects.

There has been some attention to his extending his vicious attacks against refugees fleeing from misery and oppression, appealing to a deluded voter base that has been led to believe that refugees are the source of their suffering under the programs to which Trump is passionately committed.

But there is hardly a word about his attack against poor people in Africa, where unknown numbers will die thanks to his defunding of the World Health Organization (WHO), which has been protecting them from a wide range of diseases, now this new plague. Or about Palestinians in the occupied territories, victims of Israel’s racist contempt for their health and other basic needs, amplified by Trump’s defunding of their meager health, educational and support systems generally because — as he explained — they weren’t treating him with enough respect while he’s smashing them in the face.

Read more

Bookmark and Share

Kim Ghattas ~ Zwarte Golf – Hoe de rivaliteit tussen Saoedi-Arabië en Iran het leven in het Midden-Oosten heeft verwoest

Kim Ghattas. Ills.: Joseph Sassoon Semah

Saoedi-Arabië en Iran vechten om de dominante positie in het Midden-Oosten, hetgeen leidt tot proxyoorlogen, radicalisering en sektarisch geweld.
Journalist Kim Ghattas stelt zichzelf in ‘Zwarte Golf’ de vraag hoe het zo ver kon komen, en waar het fout ging. Een belangrijk, verontrustend en onmisbaar boek voor het begrijpen van het Midden-Oosten, niet vanuit de blik vanuit het Westen bekeken, maar vanuit de regio zelf beschreven.

In ‘Zwarte Golf’ is de in Libanon geboren, christelijke journalist en schrijver Kim Ghattas op zoek naar een antwoord op de vragen die de Arabische en islamistische wereld bezighouden.
De vraag ‘Wat is er met ons gebeurd?’ en de vraag van de jongere generatie aan hun ouders: ‘Waarom hebben jullie niks gedaan om dit tegen te houden?’ Het verleden laat een ander Midden-Oosten zien, een wereld zonder sektarische moorden, religieuze fanaten, en eindeloze, ongrijpbare oorlogen. Er was cultuur, plaats voor debat en een hoopvolle toekomst, ondanks dat het verleden ook zijn coups en oorlogen kende, maar die waren in tijd en ruimte afgebakend, aldus Ghattas. Het kanteljaar is 1979 ontdekt Ghattas. Voor die tijd was de islamitisch wereld relatief vrij en pluriform. Iran en Saoedi- Arabië waren geen grote vijanden, de wijze waarop sjiieten en soennieten elkaar bestrijden is een modern fenomeen. Het Midden-Oosten voor 1979 was veel toleranter en vrijer dan het Westen denkt.
Maar de Iraanse Revolutie, een gewapende aanval op de grote moskee in Mekka en de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan brachten daar verandering in. Iran en Saoedi-Arabië begonnen een destructieve rivaliteit die als een zwarte golf over de islamitische wereld raasde. Het soennitisch Saoedi-Arabië en sjiitisch Iran gingen de strijd aan met veel sektarisch geweld. In dit klimaat ontstonden groeperingen als Hezbollah en ISIS.

Kim Ghattas laat in ‘Zwarte Golf’ de regio zien in al zijn diversiteit en levendigheid, hoe de rivaliteit zich ontwikkelde, maar ze laat ook zien hoe de levens van burgers erdoor zijn verwoest, zoals een Egyptische romanschrijver en de bevriende, vermoorde journalist Jamal Khashoggi.
Ze beschrijft het veertigjarige verleden, heden en toekomst van zeven landen, alle met een ander karakter, en gelardeerd met persoonlijke verhalen.

Elke landsbeschrijving wordt voorafgegaan door een gedicht.

Iran krijgt enkele dichtregels van Hafez uit ‘Divan’

Waar de demon verschijnt, komt hij in het licht van de engel.
Het nachtelijke duister is een goede vriend van tirannen.

En de beschrijving van haar moederland Libanon begint met de volgende dichtregels van Khalil Hawi uit ‘River of Ash’

Wij komen uit Beiroet, maar zijn helaas geboren
Met geleende gezichten en geleende geesten
Onze gedachten zijn op de markt als hoer geboren
Maar doen hun leven lang of ze maagd zijn.

Een belangrijk, verontrustend en onmisbaar boek voor het begrijpen van het Midden-Oosten, niet vanuit de blik vanuit het Westen bekeken, maar vanuit de regio zelf beschreven. Kim Ghattas laat zien dat het Midden-Oosten meer is dan de krantenkoppen over terreur en tirannie. Er is een pluriforme, tot zwijgen gedoemde meerderheid die hoopt op vooruitgang en vecht tegen de zwarte golf sinds 1979.

Kim Ghatas is journalist en schrijver, die voor haar werk een Emmy Award ontving. Al twintig jaar volgt ze de ontwikkelingen in het Midden-Oosten voor de BBC en de Financial Times. Ze publiceerde in de Volkskrant, The Atlantic en The Washington Post. Zij is thans verbonden aan de Carnegie Endowment for International Peace in Washingon.

Kim Ghattas ~ Zwarte Golf – Hoe de rivaliteit tussen Saoedi-Arabië en Iran het leven in het Midden-Oosten heeft verwoest. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2020. ISBN: 9789046827130

Linda Bouws – St. Metropool Internationale Kunstprojecten

Bookmark and Share

Een baanbrekend tijdschrift

In de jaren zestig lieten veel grafische vormgevers van boekomslagen, tijdschriften en platenhoezen de traditionele vormgeving los. Een golf van creatief grafisch vormgeven overspoelde de wereld van de gedrukte media. Uitgeverijen kwamen met gedurfde boekomslagen, artiesten gingen zich bemoeien met de vormgeving van hun platenhoezen en jonge ontwerpers zorgden voor revolutionaire vernieuwingen in de vormgeving van tijdschriften en reclames. Het Engelse tijschrift Anarchy (1961-1970) legde met haar baanbrekende en vooruitstrevende omslagen de basis voor de vormgeving van toonaangevende tijdschriften in de jeugd-, jongeren- en undergroundcultuur van de jaren zestig en zeventig.

Underground
Achteraf is voor Groot-Brittannië het startpunt van daadwerkelijk creatief grafisch ontwerpen makkelijk aan te wijzen: 1962. Uitgeverij Penguin Books liet haar traditionele vormgeving van pocketboekomslagen achter zich en ging experimenteren met gedurfde omslagen met tekeningen en foto’s. Tegelijkertijd startte de Engelse krant The Sunday Times met haar wekelijkse bijlage in kleur, een magazine geheel gewijd aan één thema, met omslagen, vormgeving en inhoud geheel afwijkend van alle krantenbijlagen die eerder waren verschenen.
In dezelfde periode bedongen en kregen artiesten in de muziekindustrie meer invloed op de vormgeving van de hoezen van hun platen. Voor de hoes van With The Beatles (1963) bijvoorbeeld, koos de band zelf de fotograaf. De vormgeving van platenhoezen werd vanaf dat moment ondergraven door creatieve geesten die zich niet langer aan de leiband van de platenbazen wensten te onderwerpen.
Het leek alsof in die tijd een creatieve vormgevingswolk neerdaalde op het Verenigd Koninkrijk. Het tijdschrift Anarchy maakte hier deel van uit. Underground- en jongerentijdschriften als OZ (1967-1973) en IT (International Times, 1966-1972), maar ook het Nederlandse Hitweek (1965-1969) en Aloha (1969-1974), beide onder de bezielende leiding van Willem de Ridder, zijn zonder meer schatplichtig aan Anarchy, al heeft De Ridder het Engelse tijdschrift misschien nooit onder ogen gehad. De vernieuwende tijdgeest en de revolutionaire sfeer in de jaren zestig bood, vooral in de jongerenbeweging, creatieve geesten de mogelijkheid in de praktijk te experimenteren met eigen, verfrissende ideeën in opmaak, illustraties en vormgeving.

Read more

Bookmark and Share

Stevo Akkerman ~ Wat is dan goed? Prangende vragen over goed en kwaad, en alles daartussenin

Stevo Akkerman. Ills. Joseph Sassoon Semah

Stevo Akkerman interviewde twaalf schrijvers, filosofen, theologen en psychologen over de vraag wat ‘het goede’ is. Hoe kunnen we het verschil tussen goed en kwaad herkennen, nu kerken en instituten terrein hebben verloren en we geen maatstaf hebben die buiten onszelf ligt? Het is een persoonlijke zoektocht naar vooruitgang in morele zin en of de mens verlost kan worden van schaamte. Zijn zoektocht eindigt met de vraag aan Rowan Williams, voormalig aartsbisschop van Canterbury (2002-2012): staan we nog steeds zoals Adam en Eva in schaamte staan tegenover God? Kunnen we daarvan verlost worden? Voor Williams ligt verlossing in bevrijding van schaamte. Niet van schuld, maar van schaamte.
‘Schaamte heeft veel te maken met gebrek aan vertrouwen dat ik gezien of vergeven zal worden. Maar het goede is hoopvol leven met imperfectie.’

De eerste geïnterviewde in Wat is dan goed? Prangende vragen over goed en kwaad, en alles daartussenin is Arnold Grunberg, die geen absolute tegenstelling tussen goed en kwaad ziet: ‘Het kwaad zit in het goede, het begint al als jij denkt te weten wat het goede is. Voor mij is een grote bron van het kwaad het verlangen naar zuiverheid. De zekerheid is het kwaad’. Het is goed een zekere mate van onvolmaaktheid te accepteren en je niet op het standpunt van de goden te stellen. De kunst kan een rol spelen door te laten zien dat onzekerheid niet alleen een bron van lijden is, aldus Grunberg.
De schrijfster Marilynne Robinson constateert dat het kwaad meer intrigeert dan het goede, als je kijkt naar film en literatuur. Het kwaad betekent echter een onderwaardering van de mens. Calvijn en Jonathan Edwards gingen ervanuit dat de mens een prachtig schepsel is, als je deze dimensie negeert, dan open je de weg naar het kwade. Een werkelijke samenleving, en ook de democratie, is gebaseerd op de waarde van elk mens, aldus Robinson. Dat roept het woord ‘ziel’ op, ‘de kostbare kwetsbaarheid van het menselijke zelf’. Het goede is nooit een statische toestand, zodra mensen zeker weten dat ze goed zitten, zitten ze in moeilijkheden.
Read more

Bookmark and Share

EE-DE-LEE-YAH! Jazz en de Beat Generation

Zelfs voor wie niet van jazz houdt, moet het jazzconcert dat Jack Kerouac beschrijft in On the Road, op z’n minst aanstekelijk werken. Kerouac schetst op enthousiaste wijze de sfeer en muziek in een kleine jazzclub in San Francisco. Naar binnen gelokt door de klanken van een wilde tenorsax, beleven Sal Paradise (Kerouac), Dean Moriarty (Neal Cassady) en hun vriendinnen een gloedvolle avond, zwetend en drinkend, maar vooral genietend van de overrompelende wilde jazz die op het podium wordt gespeeld. Kerouac maakt de hitte en sfeer in de drukke club voelbaar voor de lezer, je hoort de drummer zijn drums ranselen, de saxofonist zijn uithalen maken en je ziet het zwetende publiek in trance mee swingen.
The behatted tenorman was blowing at the peak of a wonderfully satisfactory free idea, a rising and falling riff that went from “EE-yah!” to a crazier “EE-de-lee-yah!” and blasted along to the rolling crash of butt-scarred drums hammered by a big brutal Negro with a bullneck who didn’t give a damn about anything but punishing his busted tubs, crash, rattle-ti-boom, crash. Uproars of music and the tenorman had it and everybody knew he had it.’

Nieuwe levenstijl
Het concert in On the Road moet in 1948 hebben plaatsgevonden. Samen met de immer zwervende winkeldief en notoire drugs- en drankgebruiker Neal Cassady reisde Kerouac dwars door de Verenigde Staten, in gestolen of geleende auto’s, weg van de benauwende omgeving van highschool, familie en werk. Ontsnappen aan de traditionele Amerikaanse levenswijze was de optie, door de weidse vlakten van de Verenigde Staten te doorkruisen, nieuwe steden te verkennen, of door onder te gaan in swingende met alcohol doordrenkte feesten of helemaal op te gaan in muziek, gespeeld in obscure kroegen in de achterbuurten van San Francisco of welke stad dan ook. In gedachten en in dromen, maar ook in werkelijkheid beleven ze een nieuwe levensstijl, sterk beïnvloed door drugs, alcohol en muziek. Op de achtergrond heerst er het verlangen naar een toestand van gelukzaligheid, een vervolmaking van de geest, zo maakt Kerouac duidelijk. Door te reizen, drinken, vrijen en filosoferen, proberen ze die gedroomde werkelijkheid te ontdekken.

Jack Kerouac

Dichters en schrijvers
On the Road (1957) is een verslag van die reis maar ook een dagboekversie van het streven naar dat verlangen. Het is Jack Kerouacs bekendste boek, ooit bestempeld als ‘de bijbel van de Beatniks’; en het boek dat leven en werk symboliseert van de dichters en schrijvers die zich de Beat Generation noemden.
On the Road was in de jaren vijftig en zestig vooral een inspiratiebron voor hen die zich niet wilden conformeren aan de heersende sociale en culturele normen en waarden in de samenleving, maar die hun eigen weg wilden gaan, los van gewoontes en tradities in de (Amerikaanse) samenleving. Het is een zoektocht naar een niet-voorgeprogrammeerde toekomst gekoppeld aan de wens zich niet in te willen voegen in de naoorlogse moraal en levensstijl. Die vrijheidsdrang wordt gesymboliseerd door een nogal nonchalante levenswijze, je reist waarheen je wil, je slaapt en vrijt met wie wil en je ziet wel hoe je je kostje bij elkaar scharrelt. Alleen vandaag telt en morgen zien we wel weer verder.

Ontsnappen
Niet alleen On the Road, maar meer nog The Dharma Bums en Desolation Angels van Kerouac geven uitdrukking aan het zoeken naar andere waarden dan de naoorlogse materiële standaard. We zouden dat nu spirituele waarden noemen, maar dan zonder het geloof in een godheid of in diens opgetekende wijsheden, als een poging te onderzoeken of je in je leven iets kunt met die wijsheden. Kun je ze toepassen in de werkelijkheid van alledag en word je er een beter mens van?
Bij Kerouac vinden we elementen uit het anarchisme, uit het boeddhisme en hindoeïsme terug. Hij hangt geen bepaalde religie of maatschappijopvatting aan. Uit diverse richtingen probeert hij datgene te halen waar hij in zijn leven mee uit de voeten kan, waar hij als individu beter van wordt. Het is een poging te ontsnappen aan een samenleving die het gezinsleven als hoogste goed stelt, waarin iedereen volgens gestandaardiseerde regels leeft en het individu ondergeschikt lijkt te zijn aan een algemeen geaccepteerde levenswijze. Het is het streven je te onttrekken aan het Amerikaanse leefpatroon van de jaren veertig en vijftig.

Read more

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives